Vorige onderwerp: Projectparticipanten beherenVolgende onderwerp: Projectprestaties controleren


Autoplanning

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:

Info over Autoplanning

Werken met Autoplanning

Info over voorlopige planningen

Info over voorlopige planningen en subprojecten

Een voorlopige planning maken

Subnettten plannen

Voorlopige planningen publiceren

Automatisch plannen en publiceren

Projecten in de voorlopige planningsmodus ontgrendelen

Info over Autoplanning

Met Autoplanning kunt u automatisch projectplanningen maken. Met Autoplanning kunt u uw plan vormgeven en datums genereren voor uw taken en het algehele project. Autoplanning is ontworpen om projecttaken te plannen en vertragingen en uitbreidingen die de deadline in gevaar kunnen brengen, te minimaliseren en daarnaast zoveel mogelijk te voorkomen dat resources te veel worden toegekend.

Gebruik Autoplanning om de projectplanning bij te werken nadat u of iemand anders snel kleine wijzigingen heeft aangebracht. U kunt wijzigingen controleren voordat u ze als het vastgestelde plan (POR) publiceert.

Autoplanning maakt gebruik van de taakduur, de datumbeperkingen voor taken, de prioriteitsvolgorde, de afhankelijkheidsgegevens van taken en de gerelateerde logische datums en resources om het kritieke pad van het project en de planningstaken te identificeren. Elke taak wordt als volgt gepland:

Het kritieke pad bepaalt de vroegste einddatum van het project. In Autoplanning worden de gegevens van het kritieke pad gebruikt om de volgende aanpassingen in de planning aan te brengen:

De datumbeperkingen voor een taak zijn regels aan de hand waarvan wordt bepaald wat de werkvolgorde voor het project is. De taak moet bijvoorbeeld starten op of niet later starten of eindigen dan. Stel op de pagina Taakeigenschappen de datumbeperkingen in.

Meer informatie:

Over laadpatronen voor resources

Taakafhankelijkheden en autoplanning

Taakeigenschappen bewerken

ETC-distributie en autoplanning

Werken met Autoplanning

Gebruik de volgende procedure om met Autoplanning te werken:

  1. Gebruik de standaardopties om een automatische planning te maken en publiceer de planning.
  2. Maak een voorlopige planning. Wanneer de automatische planning is voltooid, wordt de voorlopig planning gemaakt en wordt het project vergrendeld.
  3. Met voorlopige planningen kunt u het volgende doen:
    1. De voorlopige planning verwijderen.
    2. De voorlopige planning publiceren.

Info over voorlopige planningen

U kunt een project automatisch plannen om een voorlopige planning te maken waarvan u de eigenaar bent en die u kunt bewerken. Het project wordt vergrendeld en uitgevoerd in de voorlopige planningsmodus. Gebruik een voorlopige planning om te kijken hoe de wijzigingen die u aanbrengt, van invloed zijn op het project. De geschatte voltooiingstijd (ETC) zal bijvoorbeeld worden gewijzigd wanneer u de planning als het vastgestelde plan (POR) publiceert. U kunt de voorlopige planning bekijken en besluiten of u deze wilt accepteren.

De POR-gegevens op vergrendelde projectpagina's kunnen alleen worden gelezen. U kunt voorlopige planningen weergeven en bewerken in de Gantt-weergaven, op de pagina Takenlijst en de pagina Taaktoewijzingen. U kunt de voorlopige planning wijzigen door de geplande taken en de toewijzingsgegevens, zoals de ETC, te wijzigen.

De werkstructuur (WBS) in de Gantt-weergave bevat de voorlopige planning. De POR-gegevens hierin zijn rood gemarkeerd. Gebruik de rode markering om de voorlopige wijzigingen weer te geven die u in de planning aanbrengt.

Wanneer het project is vergrendeld, wordt de naam van de resource die het project heeft vergrendeld, weergegeven op de berichtenbalk. De knop Ontgrendelen wordt weergegeven op deze balk. U kunt deze knop gebruiken om het project te ontgrendelen. Er wordt een vergrendelingspictogram weergegeven op de taakbalk in de Gantt-weergave. U kunt dit pictogram gebruiken om het project te ontgrendelen.

Meer informatie:

Projecten in de voorlopige planningsmodus ontgrendelen

Info over Autoplanning

Info over voorlopige planningen en subprojecten

Info over voorlopige planningen en subprojecten

Als een masterproject automatisch wordt gepland, wordt er een voorlopige planning voor het masterproject gemaakt en worden er publiceerbare voorlopige planningen voor alle bijbehorende subprojecten gemaakt. De subprojecten worden vergrendeld.

Als een subproject is vergrendeld wanneer het masterproject automatisch plant, wordt er voor het subproject een niet-publiceerbare voorlopige planning gemaakt. Er verschijnt een waarschuwingsbericht met de namen van de subprojecten die zijn vergrendeld.

Wanneer u een voorlopige planning voor het masterproject maakt, wordt het vastgestelde plan (POR) voor het subproject alleen vervangen als de voorlopige planning kan worden gepubliceerd.

Meer informatie:

Subprojecten

Voorlopige planningen publiceren

Een voorlopige planning maken

Met Autoplanning kunt u planningscriteria opgeven en planningstaken starten. U kunt een volledig project automatisch plannen of alleen taken plannen die plaatsvinden in een datumbereik. Op deze pagina kunt u de afwijkingen van de huidige planning opgeven en automatisch een nieuwe voorlopige planning maken.

U kunt ook een voorlopige planning maken door de job Autoplanning investering uit te voeren.

U kunt een voorlopige planning negeren en projecten met een voorlopige planning verwijderen. Wanneer u de voorlopige planning verwijdert, wordt het project ontgrendeld en worden de gegevens voor het vastgestelde plan (POR) weergegeven. Als u een voorlopige planning wilt verwijderen, klikt u op de werkbalk in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag van het pictogram Automatische planning met opties en selecteert u Voorlopige planning verwijderen.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project en klik op Taken.

    De pagina wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag van het pictogram Automatische planning met opties.

    De pagina Autoplanning wordt weergegeven.

  4. Vul de volgende velden in:
    Project

    Bevat de naam van het project. De waarde voor dit veld is gebaseerd op het veld Projectnaam op de eigenschappenpagina van het project.

    Projectstart

    Geeft de startdatum weer. De waarde voor dit veld is afkomstig uit het veld Startdatum op de pagina met projecteigenschappen.

    Projectvoltooiing

    De einddatum van het project. De waarde voor dit veld is gebaseerd op het veld Einddatum op de pagina met algemene eigenschappen.

    Datum autoplanning

    Bevat de datum waarop de planningstaken worden gestart. Als u plant vanaf de einddatum, voert u de datum in waarop of waarvóór u planningstaken wilt starten. Als het project niet wordt geïnitieerd, geeft u de startdatum van het project op. Als het project al is begonnen, voert u de eerste dag na de laatste boekingsdatum voor de gerealiseerde waarden in.

    Standaard: huidige datum

    Taken negeren die starten voor

    Bevat de datum waarvóór taken moeten worden uitgesloten.

    Voorbeeld: stel u geeft bij Taken negeren die starten voor de datum 3-7-11 op en u een taak hebt die start op 20-6-11. Deze taak wordt niet opgenomen in de planning.

    Taken negeren die starten na

    Bevat de datum waarna alle taken moeten worden uitgesloten.

    Voorbeeld: u geeft bij Taken negeren die starten na de datum 3-7-11 op en u hebt een taak die start op 14-8-11. Deze taak wordt niet opgenomen in de planning.

    Beperkingen resource

    Hiermee geeft u op of in Autoplanning rekening moet worden gehouden met de beschikbaarheid van de resource bij de planning van het project.

    Standaard: ingeschakeld

    Opmerking: als u dit selectievakje uitschakelt, worden resources in Autoplanning beschouwd als resources met onbeperkte beschikbaarheid. Elke taak wordt gepland op basis van de totale beschikbaarheid van de resource. Maar niet op basis van de resterende beschikbaarheid van de resources, waarbij rekening wordt gehouden met andere taaktoewijzingen. Dit resulteert in de kortst mogelijke planning, maar het gevolg hiervan kan ook zijn dat resources te veel worden toegekend.

    Plannen vanaf voltooiingsdatum

    Hiermee kunt u aangeven of Autoplanning een omgekeerde planning moet uitvoeren vanaf een gedefinieerde deadlinedatum. Gebruik deze optie als de laatste taak moet zijn voltooid op de einddatum van het project.

    Standaard: leeg

    Opmerking: als u wilt plannen vanaf de einddatum, voert u in het veld Datum autoplanning de einddatum in.

    Subnettten

    Hiermee geeft u aan dat Autoplanning het kritieke pad moet berekenen voor het hele project. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er voor elk subnet een afzonderlijk kritiek pad berekend.

    Standaard: uitgeschakeld

    Beperkingen toepassen op reeds gestarte taken

    Hiermee geeft u aan dat de taken die al zijn gestart, moeten worden genegeerd tijdens de automatische planning. Plan het resterende werk automatisch op basis van een normale autoplanningslogica, inclusief de taakbeperkingen.

    Standaard: leeg

    Toewijzingen plannen voor uitgesloten taken

    Hiermee bepaalt u de automatische planning. Dienovereenkomstig biedt CA Technologies de mogelijkheid om datums voor resourcetoewijzingen aan de taak uit te sluiten wanneer de nieuwe datums binnen de start- en einddatum van de taak vallen.

    Standaard: leeg

    Opmerking: dit veld kan worden gebruikt in combinatie met het veld Uitsluiten van Autoplanning op de pagina Taakeigenschappen.

    Opvolgers starten op de volgende dag

    Hiermee kunt u opgeven of Autoplanning opvolgingstaken zonder vertraging moet starten na de dag waarop de voorafgaande taak is voltooid. Als dit selectievakje is uitgeschakeld, worden opvolgingstaken gestart op de dag waarop de voorafgaande taak is voltooid, mits de resource nog beschikbaar is.

    Standaard: leeg

    Publiceren na planning

    Hiermee geeft u aan dat de voorlopige planning meteen naar het vastgestelde plan (POR) moet worden gepubliceerd. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het voorlopige plan gemaakt en meteen verwijderd en wordt het project ontgrendeld.

    Standaard: leeg

  5. Klik op Autoplanning.

Meer informatie:

Info over Autoplanning

Werken met Autoplanning

Info over voorlopige planningen

Info over voorlopige planningen en subprojecten

Subnettten plannen

Voorlopige planningen publiceren

Automatisch plannen en publiceren

Projecten in de voorlopige planningsmodus ontgrendelen

Taakafhankelijkheden maken

Taakeigenschappen bewerken

Subnettten plannen

Gebruik de volgende procedure om uw project zodanig in te stellen dat de afzonderlijke kritieke paden worden berekend. Subnettten bestaan uit een set projecttaken met onderlinge afhankelijkheden of één taak zonder afhankelijkheden. Tijdens de autoplanning kunt u afzonderlijke kritieke paden berekenen en weergeven voor elk subnet en elke taak zonder afhankelijkheden. Anders wordt slechts één kritiek pad, het langste pad, voor het project berekend.

Het plannen van subnetten heeft enkele belangrijke voordelen:

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project en klik op Taken.

    De pagina wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag van het pictogram Automatische planning met opties.

    De pagina Autoplanning wordt weergegeven.

  4. Vul het volgende veld in:
    Subnettten

    Hiermee geeft u aan dat Autoplanning het kritieke pad moet berekenen voor het hele project. Als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er voor elk subnet een afzonderlijk kritiek pad berekend.

    Standaard: uitgeschakeld

    Schakel het selectievakje in.

  5. Klik op Autoplanning.

Voorlopige planningen publiceren

Voorlopige planning helpt om een voorlopige planning te publiceren. Wanneer u de voorlopige planning publiceert, wordt het vastgesteld plan (POR) vervangen door uw voorlopige planning en wordt het project ontgrendeld.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project en klik op Taken.

    De pagina wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag van het pictogram Automatische planning met opties en klik vervolgens op Voorlopige planning publiceren.

    De bevestigingspagina wordt weergegeven.

  4. Klik op Ja.

Automatisch plannen en publiceren

Gebruik deze procedure om de voorlopige planning te publiceren met de standaardopties. Wanneer u automatisch een planning maakt en deze publiceert, wordt het vastgestelde plan (POR) vervangen door de nieuw planning en wordt het project ontgrendeld.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project en klik op Taken.

    De pagina wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag van het pictogram Automatische planning met opties en klik vervolgens op Automatische planning met publicatie.

Projecten in de voorlopige planningsmodus ontgrendelen

U kunt project in de voorlopige planningsmodus ontgrendelen. Wanneer u het project ontgrendelt, wordt de voorlopige planning verwijderd. Alleen de gebruiker die het project heeft vergrendeld, of een resource met beheerdersrechten, kan projecten in de modus voor voorlopige planning ontgrendelen.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project en klik op Taken.

    De pagina wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op het pictogram Vergrendelen.

    De bevestigingspagina wordt weergegeven.

  4. Klik op Ja.

Meer informatie:

Autoplanning

Info over Autoplanning

Werken met Autoplanning

Info over voorlopige planningen

Info over voorlopige planningen en subprojecten

Een voorlopige planning maken

Subnettten plannen

Voorlopige planningen publiceren

Automatisch plannen en publiceren

Info over voorlopige planningen

Projecten ontgrendelen en vergrendelingen behouden (Microsoft Project)