U kunt de volgende taken uitvoeren om een lijstportlet aan uw persoonlijke voorkeuren aan te passen:
Volg de onderstaande stappen:
Het configuratievenster met de lijstkolomlay-out wordt weergegeven.
U kunt de pijlen omhoog en omlaag gebruiken om de geselecteerde kolommen in de gewenste volgorde te plaatsen.
Opmerking: Kolomsortering is niet beschikbaar voor hiërarchische lijstpagina's.
Volg de onderstaande stappen:
Het configuratievenster met de lijstkolomlay-out wordt weergegeven.
Geeft de manier aan waarop secundaire waarden worden weergegeven in een rastercel.
Waarden:
Geeft aan hoeveel rijen per pagina worden weergegeven.
Geeft aan hoe de resultaten aanvankelijk op een pagina worden weergegeven.
Geeft het kenmerk op waarvan de rij wordt gemarkeerd wanneer de kenmerkwaarde niet nul is.
Geeft aan of de valutacode moet worden weergegeven in de kolom voor geldkenmerken.
Geeft aan dat gebruikers het uiterlijk van een portlet kunnen aanpassen.
Geeft aan dat gebruikers portletlabels kunnen aanpassen.
Een Gantt-grafiek is een virtueel veld dat duur en voortgang voor een bepaalde periode laat zien. Nieuwe virtuele velden worden automatisch weergegeven in de meest rechtse kolom. U kunt het veld naar een andere positie verplaatsen in Kolomlay-out weergeven.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
De pagina Maken wordt weergegeven.
De pagina met de kolominstellingen verschijnt.
Definieert de naam die boven aan de kolom verschijnt.
Geeft aan of het kolomlabel boven aan de kolomlijst wordt weergegeven.
Geeft aan of de tekst in het kolomlabel binnen de kolom wordt omgeslagen naar de volgende regel.
Geeft de startdatum voor de Gantt-grafiek aan. Voer een van de volgende handelingen uit:
Geeft de tijdwaarden aan die worden weergegeven boven aan de Gantt-grafiek. Selecteer een waarde in de vervolgkeuzelijst.
Geeft het aantal tijdsperioden aan dat wordt weergegeven.
Bepaalt het aantal tijdsperioden waarmee u het begin van de Gantt-balk wilt opschuiven ten opzichte van de startdatum. Geef een waarde op voor de startdatum om deze optie te gebruiken.
Geeft aan of de gebruikte tijdschaalwaarde moet worden afgedrukt. Schakel het selectievakje in om de waarde weer te geven en selecteer de waarde die moet worden weergegeven in de vervolgkeuzelijst.
Geeft de veldnaam aan voor de primaire balk van de Gantt-grafiek. Selecteer een veld in de vervolgkeuzelijst.
Geeft de waarde aan die wordt gebruikt voor het datumveld aan het begin van de Gantt-balk. Selecteer een veld in de vervolgkeuzelijst.
Geeft de waarde aan die wordt gebruikt voor het datumveld aan het einde van de Gantt-balk. Selecteer een veld in de vervolgkeuzelijst.
Geeft de veldwaarde aan die moet worden gebruikt als een mijlpaal. Selecteer een veld in de vervolgkeuzelijst. Als het veld een andere waarde bevat dan nul, wordt een ruit weergegeven in de Gantt-grafiek.
Geeft de datumveldwaarde aan die wordt gebruikt om aan te geven wanneer het werk voltooid is. Selecteer een veld in de vervolgkeuzelijst. Als u Kenmerk voortgang t/m hebt geselecteerd, heeft deze waarde voorrang boven Kenmerk voortgangspercentage.
Geeft de waarden aan die verschijnen wanneer een gebruiker de cursor over de balk verplaatst. Schakel de selectievakjes in van de vermelde items die u wilt weergeven.
Gantt-diagrammen worden op meerdere pagina's binnen CA Clarity PPM weergegeven. De stappen om de weergave-instellingen te wijzigen zijn hetzelfde vanuit elke pagina met een Gantt-diagram.
De Gantt-grafiek geeft standaard slechts één balk weer, de primaire balk. U kunt de informatie wijzigen die in deze balk wordt weergegeven (standaard is dit Totale inspanning). U kunt ook een secundaire balk toevoegen om aanvullende of vergelijkende gegevens weer te geven. Het is ook mogelijk de tijdconfiguratie in de grafiek te wijzigen.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor de weergave van de kolomlay-out wordt weergegeven.
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
De pagina Kolominstellingen Gantt-grafiek wordt weergegeven.
Hier kunt u een nieuwe naam invoeren voor de belangrijkste kolomkoptekst, die meerdere kolommen beslaat.
Standaard: Planning
Geeft aan of de naam van de kolom op de pagina of portlet wordt weergegeven.
Standaard: ingeschakeld
Geeft aan of de tekst in het kolomlabel mag worden omgeslagen.
Geeft de startdatum voor de kolomspreiding aan.
Bepaalt de periode waarvoor gegevens worden weergegeven (dagen, weken enzovoort).
Bepaalt hoeveel perioden worden weergegeven.
Bepaalt de verschuiving van de Gantt-balk ten opzichte van de startdatum. Voer een positief of negatief aantal perioden in het veld in.
Geeft aan of de tijdschaal wordt weergegeven boven de Gantt-balk. Als u deze optie selecteert, moet u ook een tijdschaal selecteren.
Bepaalt het gegevenstype dat op de overeenkomstige Gantt-balk wordt weergegeven.
Bepaalt de startdatum van de weergave van de overeenkomstige Gantt-balk.
Bepaalt de einddatum van de weergave van de overeenkomstige Gantt-balk.
Bepaalt het kenmerk dat u als mijlpaal wilt benoemen. U kunt alleen een mijlpaalkenmerk voor een taak toewijzen.
Specificeert het kenmerk dat wordt gebruikt om de groene voortgangslijn te verplaatsen ten opzichte van de lengte van de taakbalk om aan te geven hoeveel werk voor de taak is voltooid..
Bepaalt het percentage waarmee de groene voortgangsbalk beweegt in verhouding tot de lengte van de taakbalk, om het voltooide werk aan te geven. Indien u een waarde voor dit veld selecteert, wordt de selectie van het kenmerk Via datum verwerken genegeerd.
Geeft de labeltekst op die boven elke taakbalk wordt weergegeven.
Bepaalt het veld dat gebruikt wordt in de tekstopmerking wanneer u de aanwijzer over een taakbalk beweegt. Als u bijvoorbeeld de toegewezen resources voor een taak wilt weergeven wanneer de aanwijzer over een taakbalk wordt bewogen, volgt u deze stappen:
Selecteer Aanvullende informatie in het veld Mouseover weergeven.
Bepaalt wat voor informatie u in een tekstopmerking wilt zien wanneer de muisaanwijzer op een gebied van het Gantt-diagram wordt geplaatst.
Geeft aan of in de grafiek een tweede balk onder de primaire balk wordt weergegeven.
Bepaalt het gegevenstype dat op de overeenkomstige Gantt-balk wordt weergegeven.
Bepaalt de startdatum van de weergave van de overeenkomstige Gantt-balk.
Bepaalt de einddatum van de weergave van de overeenkomstige Gantt-balk.
Specificeert het kenmerk dat wordt gebruikt om de groene voortgangslijn te verplaatsen ten opzichte van de lengte van de taakbalk om aan te geven hoeveel werk voor de taak is voltooid..
Bepaalt het percentage waarmee de groene voortgangsbalk beweegt in verhouding tot de lengte van de taakbalk, om het voltooide werk aan te geven. Indien u een waarde voor dit veld selecteert, wordt de selectie van het kenmerk Via datum verwerken genegeerd.
Bepaalt wat voor informatie u in een tekstopmerking wilt zien wanneer de muisaanwijzer op een gebied van het Gantt-diagram wordt geplaatst.
U kunt de tijdschaal van het Gantt-diagram wijzigen om in- en uit te zoomen op de tijdlijn. Als u bijvoorbeeld de maandelijkse tijdlijn weergeeft, kunt u de tijdschaalwaarde Dagen selecteren om in te zoomen om de dagelijkse tijdlijngegevens te zien. U vindt deze optie in het vervolgkeuzemenu Agenda boven aan het Gantt-diagram.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina Periode-instellingen wordt weergegeven.
Geeft de startdatum voor de kolomspreiding aan.
Bepaalt de periode waarvoor gegevens worden weergegeven (dagen, weken enzovoort).
Bepaalt hoeveel perioden worden weergegeven.
Bepaalt de verschuiving van de Gantt-balk ten opzichte van de startdatum. Voer een positief of negatief aantal perioden in het veld in.
De velden weergeven en bewerken die worden weergegeven voor een weergaveportlet
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
U kunt een afbeelding toevoegen die koppelt naar een andere pagina. Nieuwe virtuele kenmerken zoals een afbeelding worden automatisch weergegeven in de meest rechtse kolom in de weergave. U kunt het virtuele kenmerk naar een andere positie verplaatsen in Kolomlay-out weergeven.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
De pagina Maken wordt weergegeven.
De pagina met de kolominstellingen verschijnt.
Definieert de naam die boven aan de kolom verschijnt.
Geeft aan of het kolomlabel boven aan de kolomlijst wordt weergegeven.
Geeft aan of de tekst in het kolomlabel binnen de kolom wordt omgeslagen naar de volgende regel.
Geeft het beeld aan dat wordt gebruikt in de rasterkolom.
Geeft een paginakoppeling aan die verschijnt als secundaire waarde die door de gebruiker kan worden geselecteerd.
Geeft aan of de doelpagina van de afbeeldingskoppeling als pop-upvenster wordt weergegeven.
Een voortgangsbalk geeft de voortgang gedurende een bepaalde periode weer. Nieuwe virtuele kenmerken zoals de voortgangsbalk worden automatisch weergegeven in de meest rechtse kolom van de weergave. U kunt het virtuele kenmerk naar een andere positie verplaatsen in Kolomlay-out weergeven.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
De pagina Maken wordt weergegeven.
De pagina met de kolominstellingen verschijnt.
Definieert de naam die boven aan de kolom verschijnt.
Geeft aan of het kolomlabel boven aan de kolomlijst wordt weergegeven.
Geeft aan of de tekst in het kolomlabel binnen de kolom wordt omgeslagen naar de volgende regel.
Geeft de veldwaarde aan die wordt gebruikt voor elk stadium in de voortgangsbalk. De waarde verschijnt onder het kolomlabel.
Geeft de veldwaarde aan die wordt gebruikt voor het huidige stadium in de voortgangsbalk.
Geeft de veldwaarde aan die het totale aantal stadia in de voortgangsbalk bepaalt.
Bepaalt de kleur van de voortgangsbalk.
Geeft aan of de naam het huidige stadium in de voortgangsbalk wordt weergegeven.
Definieert het percentage van de rasterportlet dat door de virtuele kolom in beslag wordt genomen.
U stelt een veld met een tijdschaalwaarde in voor een weergaveportlet die een waarde weergeeft gedurende een bepaalde tijdsduur. Een tijdschaalwaarde is gebaseerd op een tijdsvariabel kenmerk waarvoor een gebruiker waarden invoert in CA Clarity PPM. Als gebruiker kunt u geen tijdafhankelijk kenmerk maken. Alleen een beheerder met de juiste rechten kan een tijdsvariabel kenmerk maken.
U kunt meerdere tijdschaalwaarden weergeven in een rasterportlet. De gegevens voor de kenmerken worden gestapeld weergegeven op de pagina, waarbij de informatie voor elke tijdschaalwaarde in dezelfde virtuele kolom verschijnt. De gegevens kunnen worden weergegeven in eenheden als geld, getallen of percentages.
Nieuwe virtuele kenmerken, zoals een tijdschaalwaarde, worden automatisch weergegeven in de meest rechtse kolom U kunt het virtuele kenmerk naar een andere positie verplaatsen in Kolomlay-out weergeven.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina voor het weergeven van kolomvelden wordt weergegeven.
De pagina Maken wordt weergegeven.
De pagina met de kolominstellingen verschijnt.
Geeft de geschaalde tijdwaarden aan die worden weergegeven in de virtuele kolom. Selecteer in de keuzelijst Beschikbaar de kenmerken die u in de kolom wilt vermelden en verplaats de kenmerken met de pijltoetsen naar de keuzelijst Geselecteerd.
Definieert de naam die boven aan de kolom verschijnt.
Geeft aan hoe de tijdschaalwaarde wordt weergegeven: als een cijfer, een kolomgrafiek of een staafgrafiek.
Geeft een extra (tweede) waarde aan voor een virtuele kolom met een tijdschaalwaarde die als knopinfo wordt weergegeven wanneer u de muis verplaatst over de waarde in de kolom.
Geeft een paginakoppeling aan die verschijnt als secundaire waarde die door de gebruiker kan worden geselecteerd.
Geeft aan of de doelpagina van de afbeeldingskoppeling als pop-upvenster wordt weergegeven.
Geeft aan of het veldlabel wordt weergegeven naast de geschaalde tijdwaarde in de virtuele kolom. Schakel het selectievakje in om het veldlabel weer te geven.
Geeft aan of het kolomlabel boven aan de kolomlijst wordt weergegeven.
Geeft de begindatum aan voor de tijdsperiode van de virtuele geschaalde waarde.
Waarden:
Geeft de tijdsduur aan die door de tijdschaalwaarde wordt gedekt.
Waarden:
Definieert het aantal perioden dat wordt gerapporteerd in de virtuele kolom.
Bepaalt het aantal tijdsperioden waarmee u het begin van de geschaalde tijdwaarde wilt opschuiven ten opzichte van de startdatum. Geef een waarde op voor de startdatum om deze optie te gebruiken.
Geeft een tijdschaal op die moet worden weergegeven boven de virtuele kolom. Schakel het selectievakje in om een tijdschaal weer te geven en selecteer het gewenste periodetype in de vervolgkeuzelijst.
Bepaalt het aantal decimalen dat wordt geretourneerd voor het kenmerk. Als u wilt dat het kenmerk een heel getal is, voert u nul (0) in.
Geeft de tekstuitlijning aan in rastercellen.
Geeft aan of de tekst in het kolomlabel binnen de kolom wordt omgeslagen naar de volgende regel.
Geeft aan of de tekst in de kolom kan worden omgeslagen naar de volgende regel. Schakel het selectievakje in om woordomslag toe te staan.
Een totalisatierij bevat statistische gegevens voor financiële of numerieke velden die in de totalisatierij worden weergegeven. U kunt kiezen uit een aantal wiskundige functies die u wilt toepassen op de verschillende velden die u voor de rij kiest. U kunt kiezen tussen maximum, minimum, gemiddelde, som, aantal, standaardafwijking en afwijking.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina Lijsttotalisatie wordt weergegeven.
De pagina Eigenschappen wordt weergegeven.
Bepaalt de naam van de totalisatierij. Geef de naam op die u wilt weergeven.
Bepaalt of de naam van de totalisatierij wordt weergegeven. Schakel het selectievakje in om de naam weer te geven.
Geeft de veldwaarde aan die wordt gebruikt voor totalisatie. Alle velden die u voor de rasterportlet hebt geselecteerd, zijn beschikbaar voor selectie maar hoeven niet te worden opgenomen in de totalisatierij.
Geeft de totalisatiefunctie aan die wordt gebruikt om de waarden te berekenen voor een geselecteerd veld (cel) in de rij.
U kunt een veld in een totalisatierij weergeven als een getal, een staafdiagram of een kolomdiagram. Standaard wordt het veld weergegeven als een getal wanneer het oorspronkelijk wordt toegevoegd aan de totalisatierij. De volgende procedure beschrijft hoe u een totalisatieveld weergeeft als een balk of een kolomdiagram.
Hierbij wordt aangenomen dat de totalisatierij met numerieke velden is gemaakt.
Volg de onderstaande stappen:
De pagina Lijsttotalisatie wordt weergegeven.
De pagina Weergave wordt weergegeven.
Als u Staaf- of Kolomdiagram selecteert, worden deze woorden onder aan de kolom weergegeven in de rij Weergave.
Geeft de dikte van de kolom aan.
Waarden:
Definieert de maximumlengte in pixels voor de grafiek als kolom of balk.
Geeft aan wat als basis voor het schalen wordt gebruikt als u de grafiek wilt schalen.
Bepaalt de kleur van de grafiek.
Geeft het veld aan dat wordt gebruikt voor het berekenen van een drempel voor de grafiek.
Geeft de wiskundige functie aan die wordt gebruikt om een drempel voor de grafiek te berekenen.
Geeft de grafiekkleur aan die wordt gebruikt om aan te geven wanneer de drempel is overschreden.
Geeft aan dat de tweede veldwaarde wordt weergegeven als een staaf- of kolomgrafiek in een kolom.
Bepaalt de kleur van de grafiek.
|
Copyright © 2013 CA.
Alle rechten voorbehouden.
|
|