Vorige onderwerp: Subprojecten toevoegen aan masterprojectenVolgende onderwerp: Subprojecten maken


Subprojecten maken op basis van projectsjablonen

Gebruik deze procedure om op basis van een projectsjabloon een subproject te maken. De waarden voor de standaardvelden zoals gedefinieerd in de projectsjabloon, variëren afhankelijk van de selecties in de sjabloon.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het project.

    De pagina met eigenschappen wordt weergegeven.

  2. Open het menu Taken en klik op Gantt.

    De Gantt-weergave verschijnt.

  3. Klik in de Gantt-weergave op de pijl-omlaag voor het pictogram Bestaand subproject toevoegen en klik vervolgens op Nieuw project uit sjabloon maken.

    De beschikbare projectsjablonen verschijnen.

  4. Selecteer een projectsjabloon en klik op Volgende.

    De pagina Maken wordt weergegeven.

  5. Vul de volgende velden in de sectie Algemeen in:
    Toewijzingspool

    Bevat de toegestane pool met resources voor het toewijzen van resources aan taken.

    Waarden:

    • Alleen team. Alleen teamleden toestaan.
    • Resourcepool. Teamleden en resources voor wie u toegangsrechten hebt om ze te boeken op een project. Met deze optie wordt, wanneer u een resource aan een taak toewijst, de resource ook toegevoegd als teamlid.

    Standaard: Resourcepool

    Projectnaam

    Dit veld bevat de naam voor het project.

    Limiet: 80 tekens

    Vereist: ja

    Project ID

    Definieert de unieke identificatie voor het project dat doorgaans automatisch wordt genummerd.

    Limiet: 20 tekens.

    Vereist: ja

    Beschrijving

    Definieert de omschrijving.

    Limiet: 240 tekens

    Verplicht: nee

    Manager

    Toont de naam van de resource die verantwoordelijk is voor het beheren van het project. De manager van een project ontvangt automatisch bepaalde rechten voor het project.

    De projectmanager is niet dezelfde persoon als de samenwerkingsmanager. De persoon die het project maakt, wordt automatisch de samenwerkingsmanager voor het project.

    Standaard: de resource die het project maakt. Als u een project maakt dat door iemand anders kan worden beheerd, wijzigt u de standaardwaarde in andere resource.

    Verplicht: nee

    Paginalay-out

    Hier bepaalt u welke paginalay-out u wilt gebruiken om projectgegevens weer te geven. Welke lay-outs beschikbaar zijn, verschilt per bedrijf en is afhankelijk van de waarden die zijn ingesteld door uw CA Clarity PPM-beheerder. De lay-out is ook afhankelijk van het feit of er een invoegtoepassing is geïnstalleerd. Als er geen andere lay-outs beschikbaar zijn, kan het veld niet worden gewijzigd.

    Standaard: Standaardpaginalay-out project

    Vereist: ja

    Startdatum

    Definieert de aanvankelijke startdatum voor een project. Wanneer u taken maakt en resources toewijst, wordt deze datum automatisch berekend, zodat de datum overeenkomst met de startdatum van de eerstgeplande taak. Als u de datum op dat moment bewerkt, worden de volgende datums aangepast:

    • Startdatum van de eerste taak van het project.
    • Startdatum voor de rescourcetoewijzingen en toekenningen aan het project.

      Belangrijk! Controleer of de startdatums van taken en toewijzingen overeenkomen of na de startdatum van het project liggen. Als dit niet zo is, wordt de startdatum van het project automatisch geherdefinieerd als de startdatum van de taken en toewijzingen.

    Standaard: huidige datum

    Vereist: ja

    Einddatum

    Definieert de aanvankelijke einddatum voor een project. Wanneer u taken maakt en resources toewijst, wordt deze datum automatisch berekend, zodat de datum overeenkomst met de voltooiingsdatum voor de laatste taak. Als u de datum op dat moment bewerkt, worden de volgende datums aangepast:

    • Einddatum van de eerste taak van het project.
    • Einddatum voor de rescourcetoewijzingen en toekenningen aan het project.

      Belangrijk! Controleer of de einddatums van taken en toewijzingen overeenkomen of vóór de einddatum van het project liggen. Als dit niet zo is, wordt de einddatum van het project automatisch geherdefinieerd als de einddatum van de taken en toewijzingen.

    Standaard: huidige datum

    Datums voor geplande kosten instellen

    Hier kunt u aangeven of u de datums voor geplande kosten synchroon wilt houden met de investeringsdatums. Als de optie voor een gedetailleerd financieel plan wordt gekozen, is dat niet van invloed op de datums voor geplande kosten.

    Standaard: ingeschakeld

    Fase

    Definieert de fase in de levenscyclus van de investering. De keuzelijst is bedrijfsspecifiek en hangt af van de waarden die de beheerder instelt.

    Deze meetwaarde wordt bij portfolioanalyses gebruikt wanneer u vergelijkbare fasecriteria gebruikt voor alle portfolio-investeringen.

    Doel

    Geeft het doel of business case voor dit project weer.

    Waarden: Vermijding van kosten, Kostenreductie, De activiteit ontwikkelen, Verbetering infrastructuur en De activiteit onderhouden.

    Verplicht: nee

    Prioriteit

    Definieert het relatieve belang van deze investering in relatie tot alle andere investeringen. De prioriteit bepaalt de volgorde waarin taken worden gepland tijdens autoplanning. De prioriteit is onderworpen aan afhankelijkheidsbeperkingen.

    Waarden: 0-36 (waarbij 0 het belangrijkste is).

    Standaard: 10

    Verplicht: nee

    Progress

    Geeft aan hoeveel werk voor de taken is voltooid.

    Waarden:

    • Voltooid (100 procent)
    • Gestart (1 - 99 procent)
    • Niet gestart (0 procent)

    Standaard: Niet gestart

    Vereist: ja

    Status

    Geeft de status van het project aan.

    Waarden: goedgekeurd, niet goedgekeurd en afgewezen.

    Standaard: niet goedgekeurd

    Vereist: ja

    Verplicht

    Hiermee kunt u de investering pinnen wanneer deze wordt toegevoegd aan een portfolio. Dit veld wordt gebruikt wanneer er een scenario wordt gegenereerd.

    Standaard: leeg

    Verplicht: nee

    Berekeningsmethode % voltooid

    Geeft de methode aan voor het berekenen van de waarde voor het voltooiingspercentage voor het project en de taken.

    Waarden:

    • Handmatig. Gebruik deze methode als u het voltooiingspercentage voor het project, de samenvattings- en de detailtaken handmatig wilt invoeren. Als u CA Clarity PPM gebruikt met Microsoft Project of als u een externe opdracht gebruikt om het voltooiingspercentage te berekenen, selecteert u Handmatig als de berekeningsmethode. Het veld % voltooid bevindt zich op de pagina met taakeigenschappen. Wanneer de handmatige methode wordt toegepast, wordt de status van een taak niet automatisch gewijzigd. De taakstatus verandert alleen wanneer u de waarde voor % Voltooid of de status handmatig bijwerkt.
    • Duur. Gebruik deze methode als u het voltooiingspercentage bijhoudt op basis van de duur. De duur is een maat van de totale periode van actieve werktijd voor een taak: van de startdatum tot de einddatum van een taak. Het voltooiingspercentage voor samenvattingstaken wordt automatisch berekend op basis van de volgende formule:
      Voltooiingspercentage samenvattingstaak = totale voltooiingsduur van detailtaak / totale duur detailtaak
      
    • Inspanning. Gebruik deze methode om het voltooiingspercentage voor samenvattings- en detailtaken automatisch te berekenen op basis van de werkeenheden die zijn voltooid door resourcetoewijzingen. Als u een niet-arbeidsresource aan een taak toewijst, worden de inspanning en de werkelijke waarden voor de desbetreffende resource niet opgenomen in de berekening. De berekeningen zijn gebaseerd op de onderstaande formules:
      Voltooiingspercentage samenvattingstaak = totaal werkelijke waarden van detailtaak resourcetoewijzing / totaal inspanning detailtaak resourcetoewijzing
      Voltooiingspercentage detailtaak = totaal werkelijke waarden resourcetoewijzing / totaal inspanning resourcetoewijzing
      

    Standaard: handmatig

    Opmerking: stel de berekeningsmethode voor het voltooiingspercentage in aan het begin van het project en wijzig deze niet.

  6. Vul in de sectie Organisatiestructuren de volgende velden in:
    Afdeling

    Dit veld bevat de unieke naam voor het project.

    Locatie

    Dit veld bevat de locatie-OBS voor het project.

  7. Vul de volgende velden in de sectie Projectopties van sjabloon kopiëren in:
    Sjabloonnaam

    Geeft de naam weer van de projectsjabloon waaruit gegevens worden gebruikt om het nieuwe project te vullen. Gebruik een sjabloon om een project te maken met de volgende typen vooraf gedefinieerde informatie:

    • Projectrollen
    • Werkstructuur
    • Financiële plannen
    • Projectdocumenten

    Met een sjabloon kunt u projecten met gemeenschappelijke elementen voor de hele organisatie implementeren.

    Werk schalen op

    Definieert het percentage waarmee de schatting van het werk voor elke taak moet worden verhoogd of verlaagd voor het nieuwe project. De aanpassing is relatief ten opzichte van de sjabloon.

    Waarden: 0-100 (nul betekent dat er geen wijzigingen zijn)

    Standaard: nul

    Budget schalen op

    Definieert het percentage (positief of negatief) als schaalfactor voor de bedragen in de projectkostenplannen en opbrengstenplannen.

    Waarden: 0-100 (nul betekent dat er geen wijzigingen zijn)

    Standaard: nul

    Voorbeeld: in het sjabloonproject voor de periode 1-1-12 tot 31-12-12 wordt € 10.000 aan de geplande kosten en € 20.000 aan de geplande opbrengsten voor de duur van het project toegewezen. Als er voor Budget schalen op een waarde van 20 procent is gedefinieerd, worden de plannen als volgt naar het nieuwe project gekopieerd. Wanneer de duur van het project gelijk is aan de periode voor de sjabloonproject:

    • Voor de geplande kosten wordt € 12.000 weergegeven (verhoogd met 20 procent van de oorspronkelijke waarde).

    Voor de geplande opbrengsten wordt € 24.000 weergegeven (verhoogd met 20 procent van de oorspronkelijke waarde).

    Resources naar rollen converteren

    Hier kunt u de resources in het nieuwe project vervangen door de primaire rollen, of de teamrollen van de genoemde resources op de projectsjabloon. Als een genoemde resource geen primaire rol of teamrol heeft, wordt de genoemde resource behouden voor het nieuwe project. De standaard projectmanagementinstelling op de instellingenpagina wordt door deze instelling overschreven.

    Stel dat een kostenplan een resource als groeperingskenmerk gebruikt. Wanneer u dit selectievakje inschakelt, wordt het kostenplan van de sjabloon gekopieerd. De resourcewaarden worden echter niet omgezet in rollen. De resourcewaarde is de enige waarde waarmee rijen met regelitemdetails van elkaar kunnen worden onderscheiden. Als de waarde ontbreekt, kunnen er dubbele detailrijen in het kostenplan worden weergegeven.

    Standaard: leeg

  8. Sla de wijzigingen op.

Meer informatie:

Subprojecten

Subprojecten toevoegen aan masterprojecten

Subprojecten maken

Gecombineerde gerealiseerde waarden en schattingen voor subprojecten weergeven (projecten)

De toegang tot subprojecten beheren

Regels voor het kopiëren van financiële plannen uit projectsjablonen