Vorige onderwerp: Algemene programma-eigenschappen definiërenVolgende onderwerp: Projecten openen en sluiten voor tijdregistratie


Planningseigenschappen

U kunt de start- en einddatum van uw programma definiëren door de planningspagina van de programma-eigenschappen te gebruiken. De datums bestaan uit de start- en voltooiingsdatums voor alle projecten in het programma. Zorg dat de datums voor mijlpaaltaken in het programma zijn ingesteld op basis van de duur van het programma.

Opmerking: het veld Vanaf datum is niet van toepassing op programma's. Deze kunnen geen schattingen op taakniveau bevatten.

Volg de onderstaande stappen:

  1. Open het programma.

    De pagina met eigenschappen wordt weergegeven.

  2. Open het menu Eigenschappen en klik op Planning.

    De pagina Planning wordt weergegeven.

  3. Vul in de sectie Planning de volgende velden in:
    Start

    Bepaalt de startdatum van het project.

    Einde

    Bepaalt de einddatum van het project.

    Datums voor geplande kosten instellen

    Hier kunt u aangeven of u de datums voor geplande kosten synchroon wilt houden met de investeringsdatums. Als de optie voor een gedetailleerd financieel plan wordt gekozen, is dat niet van invloed op de datums voor geplande kosten.

    Standaard: ingeschakeld

    Vanaf datum

    Hier kunt u de datum definiëren vanaf wanneer de gegevens moeten worden opgenomen in tijd- en budgetschattingen. Deze datum wordt gebruikt in de EVA-berekeningen (Earned Value Analysis), zoals BCWS (Gebudgetteerde kosten van gepland werk). De ETC voor een project wordt niet gepland op of vóór de datum voor Vanaf datum.

    Voortgang

    Geeft aan hoeveel werk voor de projecttaken is voltooid. Houd de volgende richtlijn aan:

    • Niet begonnen = 0 procent
    • Begonnen = 1 - 99 procent
    • Voltooid = 100 procent

    Opties: voltooid, gestart en niet gestart.

    Standaard: Niet gestart

    Prioriteit

    Als u CA Clarity PPM gebruikt met Open Workbench, wordt hier het relatieve belang van dit project in relatie tot alle andere projecten gedefinieerd. De prioriteit bepaalt de volgorde waarin de taken worden gepland met Autoplanning. De prioriteit is onderworpen aan afhankelijkheidsbeperkingen.

    Waarden: 0-36, waarbij 0 de hoogste prioriteit heeft.

    Standaard: 10

    Statusindicator

    Geeft de projectstatus aan.

    Stoplichtwaarden:

    • Groen. Het project ligt op schema.
    • Oranje. Er bestaat een geringe variantie in de algehele status van het project.
    • Rood. Er bestaat een aanzienlijke variantie in de algehele status van het project.
    Statuscommentaar

    Definieert commentaar over de projectstatus.

  4. Sla de wijzigingen op.

Meer informatie:

Programma-eigenschappen

Projecten openen en sluiten voor tijdregistratie

Standaardpersoneelsopties definiëren